Aangifte doen? De pijnlijke weg door het rechtssysteem
- Ans Breetveld
- 21 mrt
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 1 apr
Toen ik veertig jaar geleden verkracht was heb ik nooit aangifte gedaan. Ten eerste kwam het niet in me op. Ten tweede leek het me afschuwelijk om mijn verhaal te moeten doen aan een wildvreemde politieagent, waarschijnlijk een man. Dat zou ik echt nooit gedurfd hebben.
Nu denk ik dat ik blij kan zijn dat ik het niet gedaan heb. Inmiddels weet ik dat aangifte en het hele juridische gevecht meer trauma kan opleveren dan de verkrachting zelf.
Ā

Twee dagen geleden hield ik een presentatie over Slachtofferrecht in Nederland en andere westerse landen. Mijn conclusie: Het slachtoffer doet er niet toe in het recht. Dit in tegenstelling tot de rechten van een verdachte.
Ā
Het was nog een hele uitzoekerij. Ik heb geen rechten gestudeerd. Wel boeken over recht gelezen, er gesprekken over gevoerd, ervaringsverhalen gehoord, informatie van advocaten gekregen en op (juridische) websites gekeken.
Wat doet het strafrecht vóór een slachtoffer? En wat doet het strafrecht emotioneel mét een slachtoffer? Dat is wat ik me vooral afvroeg.
Ā
Er is weinig over slachtofferrecht te vinden op internet. En in wat ik vind wordt weinig rekening gehouden met de emoties van het slachtoffer.
Op de website van het Openbaar Ministerie vond ik korte, feitelijke informatie over de procedure vanaf de aangifte en waar je met vragen terecht kunt.
Op website van slachtofferhulp is er iets meer aandacht voor de emotionele gevolgen van slachtofferschap. Maar veel informatie ontbreekt.
Het begint er al mee dat een slachtoffer de aangifte in zijn of haar eentje moet doen. Er mag niemand mee, zelf Slachtofferhulp niet. Ook als het een kind betreft mag er geen ouder of bekende bij zijn. De reden is dat op die manier niemand het verhaal kan beĆÆnvloeden.
Vóór de aangifte kan je juridisch advies inwinnen bij een advocaat. De advocaat mag zelfs mee bij de aangifte. In de praktijk denken slachtoffers daar meestal niet aan. Ze gaan ervan uit dat de politie er voor hen is en hen beschermt.
Ā
Een slachtoffer van seksueel geweld die aangifte doet wordt vaak niet geloofd, vertelt een ervaringsdeskundige die andere slachtoffers heeft begeleid binnen het juridische proces. Ze gaan ervan uit dat het slachtoffer kan liegen.
Een verhoor is heel intens omdat er naar heel specifieke dingen wordt gevraagd, bijvoorbeeld of de dader een litteken of moedervlek had, of er wordt gevraagd om zijn geslachtsdeel heel specifiek te beschrijven. Als je dat niet weet wordt je verhaal in twijfel getrokken.
De politie kijkt alleen of het verhaal geloofwaardig is en of het doorgestuurd kan worden naar het Openbaar Ministerie.
Het slachtoffer wordt vaak behandeld alsof hij of zij de dader is. Er wordt geen rekening mee gehouden dat je als slachtoffer bezig bent geweest met overleven. Dat je door de stress niet bij herinneringen kunt komen.
Veel zaken falen omdat er te weinig bewijs is verzameld. Bij een strafzaak heb je minstens twee bewijsmiddelen nodig uit verschillende bronnen. Het is moeilijk om bewijs te leveren. Een inwendig onderzoek (om DNA van de dader te verzamelen) gaat vaak mis. Het wordt niet goed gedaan, of ergens in het proces gaat er iets fout. Of het staat niet goed op papier en dan is je bewijs ook weg.
Ā
Na het doen van de aangifte krijgt het slachtoffer twee weken bedenktijd. Binnen die termijn kan de aangifte nog ingetrokken worden. Daarna is dat niet meer mogelijk en heeft het slachtoffer geen invloed meer. Met alle mogelijke emotionele gevolgen van dien.
Ā
Na dat zware verhoor kan je in de volgende twee weken erg gaan twijfelen. Er kan veel angst omhoogkomen. Denken ze dat je liegt? En je weet niet hoe het proces verder gaat.
Ā
Advocaat Richard Korver schrijft in zijn boek Recht van spreken: āVanaf het moment dat je aangifte doet stap je in een rijdende trein zonder noodrem en zonder de bestemming te kennen.ā

Een verdachte die verhoord gaat worden heeft automatisch recht op een advocaat. Hij krijgt, als hij geen eigen advocaat of rechtsbijstandverzekering heeft, een gratis advocaat toegewezen. Die wordt dan door de overheid betaald.
Een slachtoffer krijgt niet automatisch een advocaat. Dat moet hij/zij meestal zelf regelen. In sommige gevallen is bijstand door een advocaat gratis. Bijvoorbeeld als je slachtoffer bent van een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf. Eventuele advocaatkosten worden in veel gevallen vergoed door je rechtsbijstandverzekering, als je die hebt.
Voor advocaten valt er weinig eer te behalen aan het verdedigen van een slachtoffer, heb ik Richard Korver horen zeggen. Veel advocaten hebben er daarom weinig zin in.
De Officier van Justitie beslist of de zaak voor de rechter komt en/of de verdachte wordt vervolgd. Of dat de zaak wordt geseponeerd (niet in behandeling nemen) omdat er te weinig bewijs is, of om een andere reden. Dat kan soms maanden duren. Het slachtoffer wordt hierbij niet meer geraadpleegd.
Het kan jaren duren voordat de zaak voor de rechter komt. Al die tijd kan de dader vrij rond lopen met alle mogelijke risico's voor het slachtoffer.
Het slachtoffer is geen partij in het recht.Ā Het gaat tussen de staat en de verdachte. Een slachtoffer heeft geen zaak. De rechtszaak krijgt de naam van de verdachte. Als het al tot een rechtszaak komt kan het slachtoffer hooguit worden opgeroepen als getuige, maar als het niet nodig is voor de zaak gebeurt dat niet.
Het verhoren van de getuige c.q. slachtoffer is meestal heel emotioneel voor het slachtoffer, zeker in een zedenzaak. De verdediging van de verdachte doet er alles aan om het verhaal en het bewijsmateriaal van het slachtoffer onderuit te halen. Er worden heel persoonlijke vragen gesteld. Er wordt gewezen op onvolkomenheden en fouten in het verhaal.
Waar een slachtoffer twijfelt wordt dat in het voordeel van de verdachte gebruikt. En de geloofwaardigheid van het slachtoffer wordt in twijfel getrokken, zeker als er alcohol, drugs of medicijnen zijn gebruikt of als er sprake was van vermoeidheid.
Ben je het als slachtoffer niet eens met het oordeel van de rechtbank? Dan heb je pech, want in een strafzaak kan een slachtoffer niet in beroep gaan. Dat is alleen voorbehouden aan het openbaar ministerie en/of de verdachte.
Hooguit kan je gebruik maken van civiel recht. Dan is het verplicht om een advocaat te hebben. En als je de zaak verliest kan het zijn dat je voor alle kosten moet opdraaien.
Ā
Er gaat in het proces vaak van alles mis ten opzichte van het slachtoffer. Slachtoffers krijgen tijdens de aangifte niet voldoende informatie over hun rechten of over instanties waar ze terecht kunnen voor hulp en informatie.
Soms wordt hen niet verteld dat hun adresgegevens niet in de aangifte vermeld hoeven te worden. Het risico is dat het adres bij de dader terechtkomt, die mogelijk op vergelding uit is. Of zij en/of hun advocaat worden vaak niet op de hoogte gehouden van het proces.
En wordt dader veroordeeld, dan hoort het slachtoffer het vaak niet als de dader (vervroegd) vrij komt. Ze kan dan geen maatregelen treffen ter bescherming of ze kan hem zomaar tegen het lijf lopen.
Ā
Het Nederlandse recht is er niet voor slachtoffers. Ons rechtssysteem is bij Napoleon begonnen, opgesteld door en voor machtige rijke mannen, in hun eigen voordeel. Het stafrecht is ter bescherming van de verdachte tegen de boze overheid.
Ā
Wil je reageren op bovenstaande? Scrol dan naar beneden om je reactie achter te laten. Wil je van mijn hulp gebruik maken?
Vul dan hierĀ het contactformulier in.
Ans Breetveld
Bronnen
Ā
Boeken:
Recht van spreken ā Richard Korver
Dicht bij huis ā Iva Bicanic & Richard Korver
Ik heb een naam ā Chanel Miller
Prima Facie ā Suzie Miller (ook als theaterstuk te zien tot eind maart 2025. Een aanrader!)
Waarheid, eerherstel en gerechtigheid ā Judith Hermans
Het boek van vergeving ā Desmond & Mpho Tutu (over herstelrecht)
Ā
Websites:
Politie, informatie verhoor
Bijgewoonde presentaties en gesprekken
Richard Korver, slachtofferadvocaat
Gesprekken met en verhalen van anonieme bronnen
Comments